Vier minuten samen

Begeleid door enkele pianotonen klinkt de oude en donkere stem van Cohen door mijn woonkamer: “Did I ever love you…..You don’t need to answer.” Ik zak onderuit op de bank, strek mijn benen en luister voor het eerst naar dit nummer van Cohens nieuwe album.

Ineens onderbreekt een druk gedrum de zanger. De piano wordt verruild door een gitaar die countryakkoorden uitspuugt. Een vrouwenkoor herhaalt frivool de door Cohen zo prachtig gezongen tekst en hupst mee op het ritme en de akkoorden. Op de achtergrond hoor ik een viool vergeefs pogen het geheel toch nog glans te geven.

Ik ga meteen rechtop zitten en graai naar de afstandsbediening. Dat moet ik nog eens horen. Opnieuw vind ik de inzet prachtig. Dan komt de abrupte overgang, maar ik ben er op voorbereid. Nu valt me de weemoed in de gitaarakkoorden op. De stemmen van de vrouwen buitelen zuiver en licht over elkaar heen, zoeken de dialoog met het donkere geluid van Cohen. Weer zak ik onderuit.  Ik leg mijn hoofd tegen de rugleuning en sluit mijn ogen. Bij de laatste tonen pak ik opnieuw de afstandsbediening. Voor de derde keer luister ik. Ik weet niet meer waarom ik daarnet zo teleurgesteld was. Dit nummer is perfect. Het klopt.

Als ik even later met Lief naar de supermarkt wandel, probeer ik hem uit te leggen wat er zo goed is aan het nummer. Dat lukt niet, want ik weet het niet goed.

Cohen werkt soms wel tien jaar aan een nummer. Zelf zegt hij dat dat komt, omdat hij voorbij zijn onmiddellijke denkwereld moet gaan.  Daar zoekt hij net zolang totdat hij een idee vindt dat hem wakker houdt, dat zijn verveling verdrijft. Dan gaat hij schrijven. Hij schrijft de tekst en de muziek tegelijkertijd en herschrijft net zolang totdat het liedje klopt met dat gevonden idee.

Ook ik moest voorbij mijn onmiddellijke denkwereld om dit nummer te waarderen. Ik moest stoppen met luisteren, met evalueren, zodat het liedje de ruimte kreeg om onder de oppervlakte terecht te komen.

Maar wat is daar dan te vinden?

Als jong meisje woonde ik in de vele boeken die ik las. De hoofdpersoon dacht precies wat ik ook dacht, had dezelfde geheimen als ik en voelde zich precies zoals ik. Daarvoor hoefde ik niet daadwerkelijk te lezen; ook tijdens het rekenen op school was dat zo. Het was voldoende te weten dat ik ‘s avonds in bed, warm onder de dekens, weer in het boek zou lezen. Ik droeg het verhaal de hele dag met me mee, totdat de laatste bladzijde de betovering verbrak. Dan verhuisde ik uit de wereld van het boek terug naar mijn kamer, mijn huis en mijn straat. Daar waar ik ruziede met mijn zusjes en vriendinnetjes, omdat we elkaar niet begrepen.

Opnieuw draai ik ‘Did I ever love you’ en nu woon ik in het liedje. Ik voel me erin thuis. Tijdens het afspelen ben ik minder eenzaam. Ik begrijp, maar ik word ook begrepen.

Eigenlijk is het geen begrijpen, het is wéten. Zoals ik wéét waarom ik van olijven houd. Hoe ik me ontspan wanneer de verse olijf openknapt tussen mijn kiezen en haar zilte vruchtvlees zich door mijn mond verspreidt. Haar achtergebleven olie op mijn lippen belooft een eindeloos niets op een nazomerzondagmiddag. Ik kan dat niet uitleggen, ik kan het hooguit beschrijven.

Misschien komt het doordat dit zich allemaal niet op het niveau van de woorden bevindt. Het heeft veel meer te maken met een staat van zijn. Tijdens het draaien van “Did I ever love you?” ben ik warm, treurig, hoopvol en weemoedig. En telkens wanneer ik het afspeel voel ik me zo. Totdat het, na vier minuten, wegsterft.

Ik draai het liedje opnieuw. Op de bank, onder een dekentje, met een glas rode wijn. Ik sluit mijn ogen en luister hoe Cohen naast me staat te zingen. Hij zingt alleen voor mij.

Zonder weet te hebben van mijn bestaan is hij onder de oppervlakte gedoken en vond mij daar. Hij vond en begreep me. En nu zingt hij voor mij. Telkens weer.

We zijn samen, vier minuten lang.

 

(Deze tekst schreef ik in 2015 tijdens het blok Essay aan de schrijversvakschool)

4 gedachten over “Vier minuten samen

  1. Een prachtig essay Petra! En ik kan op mijn beurt niet verwoorden waarom ik het zo mooi vind. Misschien moeten sommige dingen daarom binnen blijven, zonder woorden. Maar woorden zijn het enige dat wij hebben om uitdrukking te geven aam wat ons bezighoudt en raakt. En ik ben blij dat jij ze naar buiten brengt. Het raakt aan iets wat diep in mij zit en dan ook wel naar buiten wil. Is dat hoe contact onstaat? Verbinding?

    Like

Plaats een reactie