Over kraaien en een Harley Davidson Fatboy

 De legoblokjes liggen verspreid over de bodem van een oud bakblik. Ik veeg ze met mijn vingers aan de kant, op zoek naar de stukjes die volgens het instructieboekje nu aan de beurt zijn om vast te zetten. Het maakt een rinkelend geluid, als kleine belletjes in de verte. Langzaam werk ik toe naar een schaalmodel van de Harley Davidson Fatboy uit 1990. Ik zet op dit moment de zuigers van de V-twinmotor in elkaar.

Mijn zoon mag vanaf volgend schooljaar naar de middelbare school. Al sinds zijn zesde weet hij wat hij wil studeren en dat hij naar het buitenland wil om daar onderzoek te gaan doen. Hij weet ook al ruim een jaar naar welke middelbare school hij wil. Hij ziet daarom de noodzaak van het bezoeken van andere scholen niet in. Toch sleep ik hem mee naar de verschillende open dagen, bestudeer ik de geruime hoeveel folders en websites en kom wekelijks met een andere mogelijke optie. Ik wil dat hij de school kiest waar hij zich fijn en lekker voelt, en tegelijkertijd wil ik hem helpen de beste vooropleiding voor zijn toekomstplannen te kiezen. De keus is zo ruim dat het me nerveus maakt.

Het achterwiel van de Fatboy wordt door de motor aangedreven via een ketting. De ketting bestaat uit piepkleine legoblokjes die maar op één manier in elkaar gezet kunnen worden. Je kunt er niets anders van maken en ze passen ook alleen maar op die ene van tevoren uitgedachte manier in elkaar. Het is een heel gedoe de zojuist gebouwde zuigers van de V-twin in de cilinders te schuiven, de ketting op zijn plek te houden en tegelijkertijd het motorblok vast te zetten op het frame. Ik heb vrijwel geen wiebelruimte en moet het vier keer opnieuw proberen. Toch hou ik vol, want ik weet zeker: als ik zorg dat ik doe wat er in het instructieboekje staat, heb ik straks de motorfiets die op de voorkant staat afgebeeld.

Als jong meisje verzamelde ik kaarten met op de voorkant een foto van een motorfiets en op de achterkant de technische specificaties van het model. De motoren varieerden van de sportmodellen van Honda en Suzuki tot de choppers van Indian en Harley Davidson. De mooiste foto’s plakte ik aan de muur van mijn kamer, en probeerde van die modellen de motorinhoud en acceleratie uit mijn hoofd te leren. In de schuur lag een rode helm, die ik bewaarde voor later. Ik was namelijk vast van plan om, zodra ik achttien was, mijn motorrijbewijs te halen en de helm had ik dan alvast.

Rond mijn zestiende las ik Zen en de kunst van het motoronderhoud van Robert Pirsig. Ik werd volledig in de omschrijvingen van de reis, het rijden en de techniek meegezogen en dacht, hoewel ik niet alle stukken over Pheadrus kon volgen, dat ik door dit boek begreep hoe ik een juist en zinvol leven zou kunnen leven. Nog steeds was dat door het halen van mijn motorrijbewijs en vanaf dat moment besloot ik dat ik daarna op mijn eigen motorfiets door Europa zou gaan trekken.

Net zo zeker als ik op mijn zestiende wist wat ik wilde, weet mijn zoon nu wat hij wil. De middelbare school van zijn keuze staat op tien minuten fietsen van ons huis. Dat vind ik een fijn idee, zo is hij lekker snel weer thuis. Tegelijkertijd is dat natuurlijk geen geldige reden en vind ik dat ik, als volwassene hem moet behoeden voor keuzes waarvan hij nog niet alle gevolgen overziet. Ook ik koos voor een veilige studie, dicht bij huis. Dat is best bepalend voor mijn leven geweest. Ik ontmoette daar mijn man en ben meteen na mijn studie aan het werk gegaan in het centrum van de stad.

Ik heb daarom mijn motorrijbewijs nooit gehaald. De motorkaarten gingen bij het oud papier en de helm ging naar de kringloop. Mijn leven nu lijkt in niets op het plaatje dat ik op mijn zestiende voor ogen had. In plaats van mijn motorrijbewijs te halen, leerde ik autorijden. In plaats van alleen in een klein tentje midden in een donker bos of een verlaten weiland, slaap ik nu met man, zoon en een Golden Retriever in een ruime koopwoning vlakbij het centrum van een stad. Dat is nogal banaal en doorsnee in de ogen van mijn zestienjarige ik. Blijkbaar was ik te schijterig om te gaan voor wat ik werkelijk wilde en kroop ik weg in de veiligheid van een comfortabel leven.  

Wat als ik, nu ik verantwoordelijk ben voor de toekomst van mijn zoon, per ongeluk weer teveel voor comfort en veiligheid kies? Straks kan ook mijn zoon niets van zijn plannen uitvoeren. Kijk naar mij, ik wilde als vrije ziel over de Europese binnenwegen scheuren en belandde als saaie burgertut in een rijtjeshuis.

Nu de ketting op zijn plek zit en de aandrijving werkt, duurt het bouwen van de Fatboy niet lang meer. Als het bakblik leeg is, staat er op mijn keukentafel een bordeauxrood schaalmodel van één van de motorfietsen die als foto de muur van mijn meisjeskamer sierde. Ik loop ermee naar boven,  naar mijn schrijfkamer waar ik haar in de vensterbank zet. In de verte hoor ik kraaien, en buiten zie ik de kale takken van de populieren aan de overkant wild bewegen in de wind.

Ik vind dit de fijnste plek van het huis, een kamer op de bovenste verdieping die ik met niemand anders hoef te delen, waar ik alleen kan zijn en kan doen wat ik wil. Mijn bureau staat hier, mijn lekkerste stoel, mijn boeken en mijn laptop en aan de muren hangen mijn posters van vogels en insecten. De zuidelijke muur bestaat bijna helemaal uit glas en grenst aan onze daktuin, en ik kan heel ver over de stad uitkijken.

Als ik niet al op mijn 23e mijn eerste huis had gekocht, had ik dit huis nooit kunnen betalen. Ik kocht op mijn 23e een huis omdat dat toen voor mij goedkoper was dan een huis huren.

Terugkijkend waren de meeste keuzes die ik maakte een  reactie op omstandigheden, op wat ik onderweg tegenkwam. Veel meer dan dat iedere keuze die ik maakte een stap was in het grote geheel. Ik ben niet impulsief, ik denk over alles heel lang na. Ik wil graag juiste keuzes maken, de blokjes op de goede plek zetten, zodat ik, als ze allemaal goed zitten, een fijn en zinvol leven kan leiden. Tegelijkertijd heb ik meestal geen idee wat die juiste keuze dan precies is.  

Een kraai landt in de daktuin en pikt tussen de planten naar dorre takjes. Kraaien zijn intelligent, ze kunnen, anders dan de meeste dieren, meerdere denkstappen maken, zoals je in dit filmpje kunt zien. Het doel in het filmpje is een brokje voedsel waar de kraai niet bij kan. Na enig proberen lukt het hem verschillende middelen in te zetten om het brokje voedsel te pakken te krijgen. Hij maakt de juiste keuzes op het juiste moment, om uiteindelijk te krijgen waar hij op uit was. Tegelijkertijd zijn alle in de ruimte te vinden hulpmiddelen exact afgesteld op het behalen van zijn doel; het eerste stokje is lang genoeg om de stenen van precies het juiste gewicht te pakken te krijgen, zodat daarmee het tweede stokje, precies lang genoeg om het brokje voedsel te pakken te krijgen, vrij komt. Dat maakt het vormen van de denkstappen niet minder bijzonder, maar zegt veel over de invloed van omstandigheden. De kraai heeft het geluk gehad dat alles wat hij nodig heeft op dat moment aanwezig is. Zonder had hij langer moeten wachten of  moeten wegvliegen om het te gaan zoeken. In het laatste geval was hij ondertussen misschien ander voedsel tegen gekomen, waardoor hij op een andere manier toch kreeg waar hij op uit was.  

De Fatboy staat in de vaalgele avondschemer in mijn vensterbank te pronken. Als ik mijn ogen tot spleetjes knijp en over het stuur naar de horizon kijk is het bijna alsof ik op een groot exemplaar zit. Misschien wel met een biertje in mijn hand, moe en voldaan na een lange rit. Het gevoel van vrijheid dat deze fantasie me geeft – alleen kunnen zijn met mijn gedachten, niemand die iets van me nodig heeft – is nog steeds aantrekkelijk. Tegelijkertijd heb ik datzelfde gevoel hier, in mijn eigen kamer, altijd. Ik ben alleen met mijn gedachten,  niemand die iets van me wil en in het weekend drink ik een biertje, zittend in mijn stoel terwijl ik uitkijk over de stad.

Ook in mijn geval hebben omstandigheden ervoor gezorgd dat ik dit kan doen. Ze hebben veel meer invloed gehad op mijn leven dan de plannen die ik op mijn zestiende maakte. En waar ik toen dacht dat een standaard burgerleven me niet zou passen, blijkt nu dat het me verrassend tevreden maakt. Ik vind dat geruststellend. Er is dus kennelijk niet maar één juiste keuze, niet maar één manier om te komen waar je wilt. Er is dus ook niet maar één juiste middelbare school voor mijn zoon.

Ik strijk met mijn vinger over het mini-embleem van Harley Davidson dat op de tank van de Fatboy geplakt zit. Als ik me het goed herinner een motorinhoud van iets minder dan 1,5 liter, de acceleratiesnelheid weet ik niet meer. Misschien kan ik dat ooit eens zelf uitproberen.  Ik zou een proefles motorrijden kunnen plannen. Misschien rij ik op mijn vijftigste dan toch nog op een motorfiets door Europa. Al hoop ik dat het dan voor een week of twee is, zodat ik daarna hier, in mijn eigen kamer, uitkijkend over de stad, een biertje kan drinken.

Een gedachte over “Over kraaien en een Harley Davidson Fatboy

  1. Een mooi gelaagd verhaal, over keuzes maken in wisselende omstandigheden. Zo meisje, zo vrouw. Je verlangt naar vrijheid. In je verbeelding ben je een stap verder gekomen: van platen aan de wand naar een zelfgebouwd model van een Harley. Zo moeder, zo zoon. Je zoekt voor Luuk een school die het beste bij hem past. In zijn keuze gaat hij jouw weg. Zo kraai, zo schrijver. Zoals de kraai in de gegeven omstandigheden stapsgewijs zijn doel bereikt, zo heb jij je vrijheid (om ongehinderd te schrijven) thuis op drie hoog gevonden.

    Like

Plaats een reactie