Telefoonlessen

De post was vroeg vandaag. In de koelkast lag het, voor het ontbijt per ongeluk te veel gekookte, ei nog te wachten tot de lunch. Ze had er niet bij nagedacht vanmorgen, ineens lagen er na jaren weer twee eieren in de pan. Ze realiseerde zich het pas toen ze ze liet schrikken en de eieren onder de stromende kraan zacht tegen elkaar aan tikten. ‘Precies zoals jij en ik,’ zei Willem daar altijd over, ‘regelmatig botsen, toch knus samen.’

In de postvanger lag een witte envelop, op de rechterbovenhoek stond het logo van de gemeente. Ze pakte de brief en controleerde voor de zekerheid of er niet toch nog een kaartje onder was beland. Een kleine ansicht met een afbeelding van een besneeuwde bergtop, achterop een kattenbelletje en een tekeningetje van een zon met een getal erin om de temperatuur op locatie aan te duiden. Er werd tegenwoordig steeds minder post verstuurd, alles ging via dat internet.

‘Leer nou eens skypen, ma,’ zei Jonathan, wanneer ze klaagde dat ze haar zoon zo weinig zag. Jonathans jongens deden alles met hun mobieltje, ze betaalden er zelfs mee. Toen die twee nog op de basisschool zaten, bleven ze iedere schoolvakantie logeren. Anders dan zijn broer kon Willem, die niet alleen in naam precies op zijn opa leek, zich dagenlang vermaken met het naspelen van films die hij op de televisie had gezien. Zijn favoriet was een tekenfilm over de jeugd van koning Arthur. Hij stak een koperen briefopener tussen de planten en bescheen deze met een schemerlamp als het tijd voor Arthur was om het zwaard uit de steen te trekken. De glorieuze zang, waarmee dat moment in de film gepaard ging, kon hij perfect nadoen. Waar zijn broer zonder morren in de auto stapte als het weer tijd was om te gaan, verzon Willem allerlei smoesjes om langer te kunnen blijven. Dat was nu wel anders.

Afgelopen zomer was hij voor zijn studie hier naar de stad verhuisd. Zijn oude telefoon had hij aan haar gegeven, want daar kon je mee skypen. Af en toe kwam hij langs, dan gaf hij haar les. Zij maakte dan thee en kocht M&M’s, want daar hield hij zo van. Tijd om ook nog een boterham te blijven eten had hij nooit. Af en toe vergat ze expres hoe de telefoon werkte, zodat hij nog langer uitleg moest geven.

Met de koperen briefopener peuterde ze de envelop open. Uit de dikgedrukte letters op de voorkant van de brief wist ze ook zonder leesbril het woord dwangbevel te vormen. Dat kon niet kloppen, ze betaalde altijd alle rekeningen zodra de acceptgiro op de mat lag. Ze vond bril naast de opengeslagen krant, weggezakt in het wollen tafelkleed. De brief was echt aan haar geadresseerd. Dat kreeg je nou van al dat moderne computergedoe, nu moest zij er weer achter aan.

Na zijn eerste hartaanval stond Willem senior erop dat ze alles leerde wat met hun financiële administratie te maken had. Belastingaanslagen, nota’s van de zorgverzekering en rekeningen van de gemeente zaten ieder in hun eigen map, zorgvuldig van oud naar nieuw gesorteerd. Het had haar geduizeld. Na zijn dood had ze Jonathan gevraagd alle mappen in de logeerkamer boven te zetten. Zo lang ze gewoon betaalde, zou er vast niets misgaan.

Op de vaste telefoon in de gang draaide ze het nummer onder aan de brief. Een blikkerige vrouwenstem deelde mee dat de gemeente op dit moment telefonisch onbereikbaar was. Algemene informatie kon je op de website vinden. Tussen acht en elf uur ’s ochtends was er een telefoniste aanwezig, in dringende gevallen kon je een email versturen.

In de kamer op de vensterbank lag de zwart-glimmende telefoon waarmee ze kon mailen. Ze drukte het knopje bovenop in, wachtte tot de babyfoto van Willem verscheen. Hij had die alleen willen plaatsen als hij de achtergrond bij de eerstvolgende les weer mocht veranderen. Ze veegde over het mollige babylichaampje naar links, zocht het envelopje met de rode rand. Zodra ze daar op duwde, verdween baby Willem en verscheen haar inbox. Verbazingwekkend genoeg wist ze zich dat woord meteen te herinneren, meestal vergat ze de termen die Willem haar probeerde aan te leren meteen weer. Ze duwde op het blauwe plusje en typte met moeite haar naam in de linkerbovenhoek van het lege scherm. Daarna bleef haar vinger doelloos in de lucht zweven. Willem had haar nog niets geleerd over de opmaak van een mail, misschien hoefde er helemaal geen afzender in de tekst. Men communiceerde tegenwoordig heel informeel. Waarschijnlijk werd het overdreven gevonden om de geadresseerde met “Geachte” aan te spreken, maar “Goedemiddag” leek haar meer iets voor een briefje aan het buurtcomité. Ze typte “Goedemiddag geachte” en stopte opnieuw. Haar klamme vingertoppen hadden afdrukken op het scherm achtergelaten. Het witte scherm van de telefoon bescheen het grauwe krantenpapier op het tafelkleed. Ze wist echt niet hoe ze verder moest. Ze veegde het mailprogramma weg en zocht het telefoonnummer van Willem, hij kende de hedendaagse regels tenminste. De gekleurde icoontjes vlogen onder haar vingers heen en weer zonder dat ze zich herinnerde welke ze moest gebruiken om te bellen. Uiteindelijk duwde ze op dat groene tekstballonnetje met het telefoontje erin, dat zag ze Willem ook altijd doen. Tijdens hun lessen klonk er vanaf zijn telefoon af en toe een zachte pling, waar hij op reageerde door razendsnel met twee duimen een bericht te tikken.

Ze duwde op de foto van Willem en daarna op het telefoonhoorntje naast zijn gezicht. Een wektoon schalde door de kamer, op het scherm verscheen de mededeling: het nummer wordt gebeld. Het bevroren gezicht van Willem staarde haar van onder die zin aan. Zo keek hij ook toen ze hem vertelde dat het geluid van een overgaande telefoon de wektoon heet en niet de kiestoon. Soms deed ze dat nog, hem dingen uitleggen, al wist ze heus wel dat hij meer uit beleefdheid dan uit interesse luisterde. De telefoon ging vierentwintig keer over voordat het scherm zwart werd. Dat was gek, Willem had zijn telefoon altijd binnen handbereik. Ze belde nog eens, opnieuw galmde het repeterende geluid door de kamer. Om het te ontvluchten liep ze de keuken in. Ze viste het al gepelde ei uit het bakje met water in de koelkast en wilde het meteen op een boterham prakken. Willem senior had hun hele huwelijk over die gewoonte geklaagd, hij vond dat het het brood zompig maakte. Ze had er nooit naar geluisterd. Nu legde ze het ei op een snijplank, pakte margarine uit de koelkast en besmeerde de boterham. Het kostte maar zo weinig moeite om er eerst even boter op te doen.

Het was weer helemaal stil in huis. Ze had niet geteld, waren de vierentwintig tonen al voorbij of had Willem intussen opgenomen? Op de kamertafel lag een zwart telefoonscherm op haar te wachten. Misschien moest ze zwaarder geschut inzetten en proberen hem via de video te bellen. Toen ze daarmee oefenden, had Willem in de keuken gestaan met zijn eigen telefoon en zij zat hier aan tafel. Tijdens die gesprekken showde hij haar via het kleine schermpje haar eigen keuken. Hij pikte een koekje uit de trommel en hield de foto van zijn opa naast zijn gezicht. Sprekend, was haar oordeel geweest.

Ze duwde op het videocameraatje en hoorde de telefoon opnieuw overgaan. Tijdens het wachten verscheen haar eigen gezicht onder de oplichtende letters op het scherm. Alles was verzakt aan dat gezicht, de huid onder haar wenkbrauwen hing over haar ogen, hangende mondhoeken, hangende onderkin. Op iedere herhaling van het geluid leek alles steeds verder te zakken. Wanneer de telefoon oneindig over zou gaan, zouden haar ogen verdwijnen, haar mond, haar hals, totdat haar gezicht was verworden tot een verzameling lellende vellen. Opnieuw was het na vierentwintig keer stil. Toen klonk er een zachte pling.

Hoi oma, ik weet niet of je dit berichtje leest, maar ik word steeds gebeld door jouw telefoon. Als je dit ziet, wil je hem dan uitzetten? Ciao! W.

 

 

 

Een gedachte over “Telefoonlessen

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s