Ik weet nog het Onze Vader en tomatensoep
zie je zoeken naar zekerheid
dat ik het ook geloof.
Ik hoor je nog luidkeels fluisteren achter de deur
zeg ik weer geen amen, ben
een flapdrol en een flierefluit.
Ik huil verbaasd als ze je kist sluiten
zoek naar de engelen
die jou zeker even vergeten zijn.
Nu zit ik hier naast mijn boekenkast, blader door de Blamans
– zoveel zinderende zonden- die jij voor mij achterliet
ik vraag me af of ik en jij als we ooit eens echt ik en jij waren geweest
was het dan anders?